Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [9]Zij broeden basiliskus-eieren uit, en [10]zij weven spinnewebben; [11]die van hun eieren eet, moet sterven, en [12]als het in stukken gedrukt wordt, er berst een adder uit. 9. Hebreeuws, zij splijten basiliskuseieren uit; dat is, zij hebben vergiftige en zeer schadelijke aanslagen voor. Gelijk de basiliskus niet kan uitbroeien dan wat vergiftig is, alzo komt er van den goddeloze niets dan dat schadelijk is. 10. Dat is, zij maken aanslagen om anderen te vangen en te verslinden, gelijk een spin met haar weg de vliegen en muggen vangt, en die daarna doodt en opeet. Zie Job 8:14. 11. Dat is, die zich hunner aanslagen deelachtig maakt; of, die zich gemeenzaam met hen maakt. 12. Te weten als het ei in stukken gedrukt wordt; anders: wordt er iemand mede besprengd, of zo het iemand verspreidt; dat is, zo het iemand niet wil eten, maar werpt het daarheen, dat het over de aarde gespreid wordt, zo barst er een adder uit; dat is, zo iemand der boze mensen aanslagen ontdekt en verhindert, zo vergrimmen zij zich tegen hem en zoeken hem te beschadigen.